2012/08/21

HALSA NÒMBER DI SEÑOR – elfde log

Zondags komen we samen om de opstanding van Jezus Christus te vieren. Want die maakt ons vrij van schuld en zonde en Hij geeft ons de overwinning. Volgelingen van Jezus Christus doen dit wereldwijd. Ik vind dat altijd weer een fascinerende werkelijkheid. Het maakt me klein, omdat het onmogelijk een menselijk project kan zijn - de kerk - en het doet me groot denken van God, die op alle plaatsen en tijden gewoon doorgaat met het leiden van zijn mensen op aarde. Halsa nòmber di Señor – staat in grote letters op de muur voorin de kerk aan de Arowakenweg, dat is: Lofprijs de naam van de Heer. Dat doen zijn volgelingen wereldwijd op verschillende wijzen. Maar volgens mij toch altijd behoorlijk herkenbaar. Misschien zijn de overeenkomsten in de verschillende wijzen wel groter dan de verschillen? Een verschil is de begeleiding van die lofprijzing. Hier vandaag (19 augustus 2012) niet het orgel dat begeleidt, maar de Band (foto 60). De Band kent jongere leden (de jonge slagwerker), en oudere (de oude zanger), en daar tussenin. De muziek en zang zijn waardig, ingetogen, maar op passende momenten uitbundig. De kleding is prachtig: elke week een andere kleur overhemd. Vandaag is het rood (als ‘t maar even kan), en andere keren was het groen, geel … mooi. Foto 59: Zoals een orgel een poging is meerdere instrumenten te verzamelen, zo zie je hier de volgende instrumenten – v.l.n.r.: De rasp (1). Dit is een handrasp die we in de hollandse keuken ook kennen, maar die dan vaak plat is. Je raspt er worteltjes of komkommer op. Deze rasp is groot en rond, en wordt bespeeld met een kam, in dit geval de afro-kam, dat is de metalen kam voor kroeshaar. Er komt een karakteristiek Caribisch geluid uit, dat basaal is voor de muzieksoort. Zittend - op de rug gezien - de toetsenist, die een keyboard bespeelt (2). Staande zijn de zangeressen en de zanger (hij zichtbaar rechts op foto 60), en ėėn van hen speelt de tamboerijn (3). Er is (4) het slagwerk (foto 60, rechts) en er is (5) de gitaar (te zien op de Header, tweede van links). Samen spelen ze prachtige muziek, en begeleiden de lofprijzing tot eer van God en tot vreugde voor allen. Domi Rudsel (foto 58) is de predikant, en hield deze weken een serie preken over Haggaï, over terugkeer uit ballingschap en herbouw van de tempel. Maar vandaag mag ik de preek houden. Vertaalster Irene vertaalt het in Papiamentu. De preek gaat over Numeri 21 (de bronzen slang), met een link naar Johannes 3, waar Jezus dit in herinnering brengt. Dit leidt naar de bekende tekst Johannes 3,16, dat duidelijk de motivering van God weergeeft, waarom Hij de dood van zijn Zoon toeliet: uit Liefde voor de wereld. Dat maakt ons vervolgens bereid om ook ons kruis op ons te nemen. Iemand zegt na de dienst, dat deze preek hierover op het goede moment gekomen is, en daarvoor danken we God, zonder het te kunnen begrijpen. Ook vreugden delen we samen. Na de dienst even een ontspannen moment, en de kleinsten mogen naar ' opa' (foto 57). Het blijkt dat een andere oude broeder op deze dag zijn 88e verjaardag viert (foto 56). Hij wordt met zijn rolstoel naar voren gereden, en ondergaat gelukwensen van heel de gemeente, en gasten (foto 56a). *** [Voor de duidelijkheid: we waren deze morgen gast in de Papiamentstalige gemeente, dat is de zus van de Nederlandstalige gemeente, waar we deze maanden te gast zijn. Er zijn dus twee zustergemeenten op Curaçao, op hetzelfde adres aan de Arowakenweg.]

2012/08/11

als een tropisch Oerd - tiende log

Curaçao is meer dan zeven keer zo groot als Ameland (444 tegen 60 vierkante km). Maar toch dringt zich soms een vergelijking op. Beide zijn eilanden. Beide hebben bewonersconcentraties in steden tegenover uitgestrekte onbewoonde natuurgebieden. In de laatste weken hier wachten me nog bijzondere dingen. Het meest bijzondere is de Antilliaanse dienst (de dienst in onze zustergemeente) waarin ik mag voorgaan op 19 augustus. Ik hoop onder meer een foto van de kleurrijke muziekgroep te hebben rond die dag. Een tweede bijzonderheid is de tiendaagse die ik voor mezelf organiseer. Tien wandeltochten van minimaal twee uur, tussen de tien a vijftien km. Zo druk het in de stad en aan de baai ('t strand) kan zijn, zo stil is het als je gaat wandelen (hiken). Zo kan het gebeuren dat ik de afgelopen drie dagen tijdens deze tochten bijna geen mens ben tegengekomen. De eerste twee tochten wel, die gingen door bewoonde gebieden. Maar de laatste dagen zoek ik de stilte op, onder meer Fuik, richting Oostpunt (eergisteren, 8 augustus) en de Noordkant bij Santa Catharina (vandaag, 10-08). De Oostpunt is privégebied geworden, hoorde ik later, van een niet al te vriendelijke man, die z'n land bewapend verdedigt. Goed dat ik het niet wist. Richting Oostpunt houden inderdaad alle wegen en paden opeens op. Plotseling ligt er een vrachtwagenlading puin en grond, en dan stopt de weg. Daar heb ik dus het autootje geparkeerd, en ben achter zo'n bult maar doorgelopen. Dan kun je uren lopen naar de Oostpunt, zonder iemand tegen te komen. Als je denkt dat de metershoge cactussen berken en dennen waren, en de rondvliegende papegaaitjes (Prikichi) mezen en lijsters, dan zou je je op de Hoge Veluwe wanen op een warme dag. Later drong die vergelijking met het Oerd zich op. Zowel deze gebieden op Curaçao als het Oerd zijn rijk aan doornen en prikkels. En in beide wonen er de muizen, konijnen, en jagen er de valken en haviken. Wat een natuurpracht. Ik kreeg de smaak van de stilte en onherbergzaamheid te pakken, en liep gisteren naar de St.Jorisbaai, opnieuw geen mensen behalve een enkele kitesurfer in die baai aan het oefenen. En vandaag een schitterende wandeltocht van Santa Catharina door de woestijn naar de zee (Boka Labadera). Daar staan 5 reusachtige windmolens voor energieopwekking, een ons vertrouwd beeld. Ik zag er ook minstens nog 7 liggen, met de sokkel van zwaar beton compleet met electrische bedrading klaar. De electriciteitsdraden zijn doorgesneden. Iemand zei dat het de oude molens zijn, die afgeschreven waren, en afgebroken. Ze liggen weg te roesten op de rotsachtige zilte kust. (Correctie op een eerder bericht). Vandaar ben ik met een boog naar Koraal Tabak gewandeld; en dat was nog wel via een officieel wandelpad, maar zonder een wandelaar tegen te komen. Dat was even lastig, toen ik het pad kwijt was. Zonder pad in die doornige woestijn ben je niets, het is ondoordringbaar. Zou het een overnachting buiten worden, ging het even door me heen? Dat had me als kind ook een keer getroffen in het Oerd, op Ameland. Het is zo ruig en ondoordringbaar, dat je niet zonder pad kunt. Dat deed me denken: ja, die natuurgebieden op Curaçao, de 'mondi' hier is echt een tropisch Oerd ...

2012/08/07

Er moet gezaaid - negende log

In ons geloofsleven zijn christenen ook bezig met zaaien, en dan van de woorden die we doorgekregen hebben van God. Het zaaien van het Woord is een spreekwijze uit de Bijbel (1 Kor. 3,5 e.v.), waarbij we beseffen dat God dan zorgt voor opbrengst: vruchten en fruit. Die spreekwijze is zo treffend en de overeenkomst vanuit de groene natuur zo raak. Altijd moet er gezaaid worden. Zonder te zaaien – of zo je wilt: zonder te planten – geen aardappels, maar ook geen meel, dus geen brood, pizza of patat, geen popcorn en groente, kortom: geen normaal menselijk leven zonder dat er altijd gezaaid wordt. Tuinieren en zaaien verbindt mij met de basics van ons menselijk leven en bestaan. Ik kan het nooit laten, waar ik ook ben, te kijken naar gewassen, en te speuren naar zaadjes, van bomen, planten en fruit (foto 53). Maar hoe doe je dat op een –geologisch gezien – vulkanisch, rotsachtig eiland, wat onbewerkt niet anders is dan woestijn? Ik doe het zo: in de steenachtige grond rond ons huis maak ik een open plekje met wat voorhanden is: een hamer en een spijker (foto 51). Ik graaf de stenige grond een paar centimer af, en vul de kuil met gekochte tuinaarde. Daarin zaai ik de pitjes van wat we hier dagelijks eten: meloen (patia), pompoen (pampuna) en papaya (maumau). Tijdens deze voor mij therapeutische bezigheid (tuinieren doet je echt goed) spot ik nog een vrij zeldzame, schuwe Chuchubi Pretu (foto 52), terwijl de ‘normale’ Chuchubi zoals altijd bijna overal luidruchtig aanwezig is (foto 54). Na de tuingrond toegedekt te hebben met een laagje oorspronkelijke steenaarde, geef ik elke dag water, en na enkele dagen beginnen de plantjes te verschijnen: eerst de pampuna en de patia (foto 55), de papaya komt later. Op hoop van zegen, soms zelfs met tranen van de moeiten, zoals Psalm 126 zo beeldend uitdrukt (in tranen zaaien, maar oogsten met gejuich ... ). Voor ons is het 'op hoop van zegen', want als er sprake zal zijn van vruchtjes, zijn wij al lang weer weg, hier. Zo gaat het met het geestelijke zaaien ook: de één plant, de ander begiet, en God zorgt voor vruchtjes ...

2012/08/06

Code Oranje - achtste log

In het Caribisch gebied waar we blijven is gewaarschuwd voor orkaan Ernesto, die op gelukkig nog behoorlijke afstand passeert. Maar voor Curaçao is code oranje afgegeven. Dat betekende harde wind (storm) voor vandaag en aansluitend kans op hevige regens. We hebben er iets van gemerkt, gisteren en vandaag: stormachtig weer met rukwinden, en dat in een temperatuur van ongeveer 30 graden C! Apart voelt dat. Van de regen hebben we nog niet veel gekregen, maar dat kan nog. "Een paar weken later gebeurt hetzelfde, maar dan iets indringender nog vanwege orkaan Isaac. Die geeft overigens in Midden-Amerika behoorlijk meer beroering dan Ernesto. Isaac treft New Orleans op de zevende verjaardag van orkaan Katrina (29.08.2005), die met 1600 doden tot nu toe de grootste natuurramp in de USA is. Dat heeft indruk gemaakt." (Aanvulling geschreven 1 september 2012). Op het eiland komen we grote geulen tegen met betonnen wanden; een soort droogstaande kanalen, maar die zijn dus nodig als het echt gaat regenen. De kurkdroge steenachtige grond neemt dan geen water op, en binnen korte tijd ontstaan rivieren, die in die geulen worden geleid (dat is de bedoeling). Een bijzondere zeevogel die we regelmatig tegenkomen is de Pelikaan (foto 50b). Hij is echt een acrobaat, en kan met z'n grote snavel zelfs in ondiep water loodrecht naar beneden duiken voor een vis. Je denkt: nu breekt-ie z'n snavel, maar hij komt tevreden boven, de vis zichtbaar door z'n keelgat verwerkend. Een heel karakteristieke verschijning is de Fregatvogel. Die grote vogel (grotere spanwijdte dan de zilvermeeuw) doet alsof-tie een acrobaat is boven het water, trekt veel aandacht, maar haalt het in behendigheid niet bij die pelikaan. Hij lijkt wel een vlieger, met z'n kunstjes, en de karakteristieke v-staart (foto 50a). De meest bijzondere opname deze dagen van een Curaçaose vogel is de Chonchorogai grandi (foto 50c). Die kwam vlak voor ons raam de waslijnpaal bekijken, of in de buis misschien een nestje gemaakt kon worden ... we voelden ons vereerd. Maar we hebben 'm toch doorverwezen naar een ruimere locatie.

2012/08/03

Knip - zevende log

Bij 'Knip' denk je hier meestal aan de Knipbaai, een mooie baai die heel populair is bij de bevolking om heerlijk te zwemmen en te snorkelen op een vrije dag. Vlakbij de Knipbaai ligt Landhuis Knip, en de baai is naar dat Landhuis genoemd. Het Landhuis Knip is, net zoals veel landhuizen, het centrum van een vroegere plantage. In het Landhuis woonde de heer van de plantage, en dat is onvermijdelijk verbonden met de slavernij, want de slaven deden het werk op de plantage. Werken op de plantages op Curaçao was een slopend bestaan, vanwege de verzengende hitte van de brandende zon, die hier 365 dagen per jaar z'n felle kracht houdt. Afhankelijk van de soort plantage was er wel verschil. Een plantage met bomen zoals Tamandarijn is ongetwijfeld beter bewerkbaar geweest voor slaven dan het werk in de zoutpannen, waar zout uit zeewater werd gewonnen door verdamping. Denk aan wat slaven doorstonden met vaak gewonde lichamen, zonder bescherming in de brandende zon, wadend door pekel. De echte naam van 'Knip'is (in Papiamentu): Kenepa. De Kenepa is een vruchtje van de Kenepa (boom), en dat zal het product van plantage Knip zijn geweest. Landhuis Knip is een heel oud landhuis (1696). Het is bekend, omdat voor de afschaffing van de slavernij op Curaçao (pas in 1863!) hier een belangrijke voorbode was, die geschiedenis heeft gemaakt: Tula. In het landhuis Knip is nu het Tula museum gevestigd. Tula kwam samen met enkele anderen in opstand tegen de slavernij (foto 48 - tekst). Hij voerde een opstandige actie uit, die zich uitstrekte naar een andere plantage: Santa Cruz, waarin hij veel andere slaven bevrijdde. Uiteindelijk moesten hij en zijn medestanders dit met de dood bekopen. Het monument herinnert hun opstand (foto 49). Dit gebeurde in 1795. Tula,Karpata, Wacau en Mercier werdeen terechtgesteld op 3 oktober, 1795.